Koolhydraatarm eten, wat kan ik dan wel eten?

Koolhydraatarm eten, wat kan ik dan wel eten?

Het eten van koolhydraten is echt verweven in onze maatschappij en onze denkwijze. Als je mensen zegt dat je op deze manier gaat eten, kijken ze je verbaasd aan en vragen: maar wat eet je dan, als je geen brood en aardappelen eet? Het lijkt alsof je een heel groot stuk uit je dieet schrapt, iets dat onvervangbaar zou zijn. Maar dat is zeker niet zo. 

Ons lichaam heeft een energiebron nodig om te functioneren. Iets dat als brandstof dient van je lichaam. Er zijn drie macronutriënten (voedingscomponenten) die ons lichaam kan gebruiken als brandstof. Dit zijn de koolhydraten, vetten en eiwitten. Koolhydraten zijn het gemakkelijkste voor ons lichaam om te gebruiken, en ze zijn ook nodig voor een goed functioneren van ons zenuwstelsel. Maar vetten en eiwitten zijn eveneens een goede bron.

Je lichaam schakelt over naar het verbranden van eiwitten en vetten

Ga je ​​volgens het koolhydraatarme dieet eten, dan schakelt je lichaam over naar het verbranden van vetten en eiwitten (deze worden dan de voornaamste energiebronnen). Je krijgt nog steeds een kleine hoeveelheid koolhydraten per dag binnen, die belangrijk zijn voor je lichaam. Het is precies genoeg, zodat je optimaal vet gaat verbranden. Door een andere energiebron te gebruiken, zul je merken dat je weinig honger hebt en nog steeds lekker veel energie. En toch zul je afvallen (bron: YellowFit).

Eiwitten vind je in vlees, vis, groente, eieren en peulvruchten. Ook haal je ze uit noten, zaden en zuivelproducten.

Vetten krijg je binnen door vette vis, kokos- en olijfolie, avocado, noten, zaden en pitten te nuttigen. Wees je ervan bewust dat je vetten nodig hebt voor een goede gezondheid. In de media worden vetten vaak als slecht en schadelijk voor je gezondheid. Ze helpen echter juist je cholesterol in balans te krijgen en te houden en je gebruikt ze nu juist als brandstof van je lichaam.

De koolhydraten per dag die je nog eet, krijg je uit bijvoorbeeld: groente, fruit, eventueel zoete aardappel of quinoa. Dit zijn langzame koolhydraten en deze zullen je langdurig van energie voorzien.

Zoals je ziet, kun je met al deze voedingsstoffen zeker heerlijke en gezonde maaltijden bereiden. Het vergt even anders denken, omdat je niet meer zomaar een snelle hap uit de kast kunt trekken, boterhammen met kaas kunt eten of een patatje bij de snackbar kunt halen. Maar er zijn genoeg heerlijke recepten die je kunt maken, waardoor je kunt afvallen. Maar je kunt ook genieten van een gezond en smaakvol tussendoortje. Daarbij komt, je hoeft niet alle koolhydraten te mijden: ze zijn niet allemaal slecht voor je.

Het onderscheid tussen koolhydraten

Om gezond te kunnen eten is het belangrijk te weten dat er twee soorten koolhydraten zijn, namelijk enkelvoudige en complexe. Deze veroorzaken verschillende reacties in het lichaam.

Enkelvoudige koolhydraten

Deze koolhydraten worden ook wel snelle suikers of geraffineerde koolhydraten genoemd. Ze leveren snel energie, maar veroorzaken ook een piek in je bloedsuikerspiegel, die daarna snel weer daalt. Dit veroorzaakt een hongergevoel en daardoor krijg je snel weer trek. Meestal merk je dit zo’n 2 tot 3 uur na de maaltijd. Door het eten van enkelvoudige koolhydraten, kom je dus in een vicieuze cirkel terecht, van eten, honger krijgen en weer gaan eten. Daarom worden ze ook in verband gebracht met diabetes en overgewicht. (bron)

Enkelvoudige koolhydraten bevatten weinig voedingsstoffen. Als je de energie van deze koolhydraten niet gebruikt (omdat je niet zoveel beweegt), worden ze ook nog eens vrij gemakkelijk omgezet in vet.

Enkelvoudige koolhydraten vind je in alle bewerkte producten, zoals koek, snoep, koekjes en chips. In frisdranken, energiedrankjes, fast food, “gezonde” energierepen, kant-en-klaar maaltijden en luxe broodjes. Maar ook in witte rijst, witte pasta en wit brood.

Complexe koolhydraten

Complexe koolhydraten worden langzaam door het lichaam opgenomen. Het kost het lichaam moeite om ze te verteren, maar haalt er wel nog belangrijke voedingsstoffen uit, zoals mineralen en vitamines. Tevens bevatten ze belangrijke vezels. Deze zorgen ervoor dat je je vol voelt en zorgt voor een goede stoelgang. Vezels komen in twee soorten: de fermenteerbare en de niet fermenteerbare vezels. De fermenteerbare vezels kunnen verteerd worden door het lichaam, de andere niet.

Niet fermenteerbare vezels zorgen voor een goede darmwerking. Ze nemen vocht op en daarmee wordt de ontlasting van een goede structuur. De vezels worden niet opgenomen door de darm. Je vindt ze in volkoren producten, havermout, zemelen en noten.

Fermenteerbare vezels zijn complexe suikers, ze zijn wel oplosbaar en daardoor minder zwaar voor de darmen. De dikke darm breekt ze af. Deze vezels vind je in fruit, groente en peulvruchten.

Complexe koolhydraten hebben dus hun plek in het koolhydraatarme dieet. Enkelvoudige koolhydraten kun je het beste vermijden, omdat ze je niets te bieden hebben en geen voedingsstoffen bevatten. Wil je complexe koolhydraten binnenkrijgen, dan vind je ze in volkoren producten (zilvervliesrijst, volkoren pasta), havermout, quinoa, peulvruchten, fruit en groente.