Wat is het juiste gebruik: opgelucht of opgeluchtte?
Veel mensen twijfelen bij het schrijven van Nederlandse woorden, zeker als het gaat om werkwoordvervoegingen of bijvoeglijke naamwoorden. Een veelgezochte vraag is: is het opgelucht of opgeluchtte? In deze uitleg nemen we je mee in het juiste gebruik van deze termen.
Het werkwoord en voltooid deelwoord
Het woord 'opgelucht' komt van het werkwoord 'opluchten', dat een vrij ongebruikelijk en weinig zelfstandig gebruikt werkwoord is. We gebruiken het vooral in de voltooid verleden tijd als voltooid deelwoord bij het werkwoord 'zich opgelucht voelen' of 'opluchting ervaren'. Denk bijvoorbeeld aan de zin: ‘Na het examen was hij opgelucht’.
Waarom is het opgelucht en niet opgeluchtte?
‘Opgelucht’ is een voltooid deelwoord. Voltooide deelwoorden worden in het Nederlands vaak gevormd met het voorvoegsel 'ge-' en eindigen meestal op '-t' of '-d'. In het geval van 'opluchten' is het juiste voltooid deelwoord ‘opgelucht’. Dit vormt zich standaard volgens de Nederlandse regels voor regelmatige werkwoorden. Het woord ‘opgeluchtte’ bestaat officieel niet in de Nederlandse taal en is dus grammaticaal incorrect.
Wanneer gebruik je opgelucht?
We gebruiken 'opgelucht' als een bijvoeglijk naamwoord. In zinnen waarin je iemands gevoel wilt beschrijven, zoals: 'Zij was opgelucht na het gesprek', beschrijf je de gemoedstoestand van die persoon. Hier dient het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord. Ook dan blijft de correcte spelling 'opgelucht'.
Een foute verbuiging vermijden
Een veelgemaakte fout is om te denken dat 'opgeluchtte' de verbogen vorm is van 'opgelucht'. In de Nederlandse grammatica verandert een voltooid deelwoord dat als bijvoeglijk wordt gebruikt niet door er 'te' of 'tte' achter te plakken. Dus ook in zinnen met een de-woord blijft het 'opgelucht': 'De opgeluchte man vertrok'.
Samenvattend
‘Opgelucht’ is het juiste woord dat je gebruikt als voltooid deelwoord van het werkwoord ‘opluchten’ en ook als bijvoeglijk naamwoord om een gemoedstoestand te omschrijven. De vorm ‘opgeluchtte’ is een foutieve spelling die je in geen enkele correcte Nederlandse context zult tegenkomen. Door goed te letten op de werkwoordregels en het feit dat voltooid deelwoorden vaak onveranderd als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt, kun je deze taalfout gemakkelijk vermijden.
Dus de volgende keer dat je iemand wil beschrijven die zichtbaar minder spanning ervaart, weet je dat ‘opgelucht’ de enige juiste keuze is!