Waar komt de uitdrukking vandaan
De uitdrukking blauw bloed hebben gebruiken we om aan te geven dat iemand van adel is. Maar waarom juist blauw en niet rood, zoals het bloed dat we allemaal hebben? De oorsprong van deze uitspraak gaat terug tot in de Middeleeuwen in Zuid-Europa, vooral in Spanje.
Adellijke families werkten weinig buiten en bleven vaak binnen in kastelen en grote huizen. Hun huid was daardoor lichter dan die van boeren, die de hele dag op het land stonden in de zon. Bij mensen met een heel lichte huid vallen de aderen op hun pols en onderarm meer op. Die aderen lijken blauw door de manier waarop licht door de huid gaat en weerkaatst. Het bloed zelf is niet blauw, maar het zag er wel zo uit.
Adel gebruikte dit verschil om zich te onderscheiden van de rest van het volk. Ze noemden zichzelf mensen met blauw bloed, om te laten zien dat ze “zuiver” waren en niet “gemengd” met andere bevolkingsgroepen of met boerenfamilies. Zo groeide blauw bloed uit tot een symbool van hoge afkomst.
Wat bedoelen we ermee in het dagelijks leven
Tegenwoordig bedoelen we met blauw bloed niet meer letterlijk dat iemand van adel is, al kan dat nog wel zo gebruikt worden. Vaak gebruiken we de uitdrukking op een wat luchtige manier. Wanneer iemand bijvoorbeeld erg netjes, beleefd of een beetje deftig doet, zeggen mensen soms voor de grap dat diegene vast blauw bloed heeft.
De uitdrukking kan ook verwijzen naar iemand die opgroeit in een gezin met veel status, geld of invloed, zelfs als er geen echte adellijke titel is. In dat geval gaat het meer om een bepaalde levensstijl en opvoeding dan om een officiële afkomst.
In sommige sporten, zoals voetbal, hoor je de term ook. Een club met een lange traditie en veel prijzen kan supporters hebben die zichzelf een soort blauw bloed toedichten, omdat hun club al generaties lang een grote naam heeft.
Is bloed ooit echt blauw
Een veelgestelde vraag is of menselijk bloed misschien wél blauw is in de aderen en alleen rood wordt als het in aanraking komt met zuurstof. Dat idee is hardnekkig, maar klopt niet. Menselijk bloed is altijd rood, alleen de tint verschilt. Zuurstofrijk bloed is helder rood, zuurstofarm bloed is donkerder rood, maar nooit echt blauw.
Dat aderen blauw lijken, komt door licht en huid. Licht dringt de huid binnen, sommige kleuren worden geabsorbeerd en andere teruggekaatst. De combinatie van die effecten zorgt ervoor dat onze ogen aderen blauwachtig zien. Het is dus een optische illusie, geen teken van echt blauw bloed.
Waarom we de uitdrukking blijven gebruiken
Hoewel bijna niemand meer dagelijks met echte adel te maken heeft, blijft blauw bloed een handige uitdrukking. Met twee woorden roep je een heel beeld op van deftigheid, traditie en een bepaalde afstand tot het gewone leven. Daarom duikt de uitspraak nog steeds op in boeken, series, nieuwsberichten en gesprekken aan de keukentafel.
Door te weten waar de uitdrukking vandaan komt, begrijp je beter hoe taal verandert en hoe oude ideeën toch blijven voortleven in moderne woorden en zinnen.