Is het gestopt of gestopd? De juiste vorm van het werkwoord stoppen

Is het gestopt of gestopd? De juiste vorm van het werkwoord stoppen

Verwarring over 'gestopt' of 'gestopd'

In de Nederlandse taal kunnen werkwoordsvormen nogal eens voor verwarring zorgen. Een veelgestelde vraag is bijvoorbeeld of je 'gestopt' of 'gestopd' moet gebruiken. Beide vormen klinken logisch, maar slechts één daarvan is correct. In dit artikel leggen we uit wat de juiste vorm is van het werkwoord stoppen en waarom dat zo is.

De stam van het werkwoord stoppen

Wat is de stam?

De stam van een werkwoord is de basisvorm zonder de uitgang '-en'. In het geval van 'stoppen' is de stam 'stop'. Deze stam gebruik je om werkwoordsvormen zoals de verleden tijd en het voltooid deelwoord te vormen.

Het voltooid deelwoord van stoppen

Hoe wordt het gevormd?

Om het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord zoals 'stoppen' te vormen, voeg je het voorvoegsel 'ge-' en de uitgang '-t' of '-d' toe aan de stam. De keuze tussen '-t' of '-d' hangt af van de laatste letter van de stam. Hierbij gebruiken we het ezelsbruggetje 't kofschip' of ' ’t fokschaap'. Als de stam eindigt op een van deze medeklinkers (t, k, f, s, ch of p), gebruik je '-t'; in andere gevallen gebruik je '-d'.

Wat is de juiste vorm: gestopt of gestopd?

De stam 'stop' eindigt op een 'p', en de 'p' zit in 't kofschip'. Dat betekent dat we bij het maken van het voltooid deelwoord '-t' gebruiken in plaats van '-d'. De juiste vorm is dus 'gestopt'. De vorm 'gestopd' is grammaticaal onjuist en komt niet voor in correct Nederlands.

Voorbeelden van gebruik

Hieronder enkele zinnen waarmee je kunt controleren of je de juiste vorm gebruikt:

Correct gebruik in zinnen

De bus is op tijd gestopt bij de halte.

Hij is met roken gestopt.

Ze zijn na een lange wandeling gestopt om even uit te rusten.

Onjuiste vorm in zinnen

De bus is op tijd gestopd bij de halte. (fout)

Hij is met roken gestopd. (fout)

Waarom deze fout vaak wordt gemaakt

Veel Nederlanders twijfelen bij werkwoordsvormen waarin de keuze tussen '-t' en '-d' niet vanzelfsprekend is. Vooral bij werkwoorden die fonetisch eindigen op een zachte klank zoals 'd', kan de verwarring ontstaan. Er is in de gesproken taal namelijk nauwelijks verschil tussen 'gestopt' en 'gestopd'. Dit maakt het leren ervan lastig voor zowel moedertaalsprekers als taalleerders.

Hoe onthoud je de juiste vorm?

Gebruik het ezelsbruggetje ' ’t kofschip' of ' ’t fokschaap' bij twijfel. Kijk naar de laatste letter van de stam van het werkwoord. Zit die letter in het ezelsbruggetje? Dan eindigt het voltooid deelwoord op '-t'; anders op '-d'. Omdat 'stop' eindigt op een 'p', en de 'p' zit in het ezelsbruggetje, gebruik je 'gestopt'.

Samenvattend

De juiste vorm van het voltooid deelwoord van het werkwoord 'stoppen' is 'gestopt'. Dit komt doordat de stam 'stop' eindigt op een medeklinker uit 't kofschip'. De vorm 'gestopd' is onjuist en dient vermeden te worden. Door goed te letten op de stam van het werkwoord en gebruik te maken van het bekende ezelsbruggetje kun je dit soort fouten voortaan gemakkelijk voorkomen.